Welkom bij Tandartspraktijk Ter Gouwe

Uw tandarts in Bergen op Zoom voor uitstekende mondzorg. Goede mondverzorging is belangrijk voor een stralende lach en voor uw algehele gezondheid. Kwaliteit en persoonlijk contact staan bij ons centraal .

Chloorhexidine

Synoniemen: corsodyl , ontsmettingsmiddel

Inhoud


« Terug naar het overzicht

Zijn er geneesmiddelen tegen aften?

Er is geen geneesmiddel met een gegarandeerde werking. Om de pijn enigszins te verlichten kan de tandarts u een middel voorschrijven. Sommige mensen hebben baat bij ontsmettende mondspoelingen met chloorhexidine. Dat is een desinfecterend middel dat het aantal bacteriën in de mond vermindert. Om die reden kunnen de spoelingen een gunstige werking hebben op aften. Deze middelen versnellen de genezing echter niet. Bovendien kan het gebruik pijnlijk zijn.

Wennen aan de overkappingsprothese

Kort na het plaatsen brengt u een bezoek aan de tandarts en mag de overkappingsprothese voor de eerste keer uit uw mond. Uw tandarts zal de wonden zonodig reinigen. Hij kan kleine correcties aan uw kunstgebit uitvoeren waarmee hij pijn aanzienlijk kan verminderen of wegnemen. Om uw mond te reinigen, kunt u het voorzichtig spoelen met lauw water. Daar kunt u eventueel een beetje zout in doen. U kunt daarvoor ook een bij de drogist verkrijgbaar mondspoelmiddel met chloorhexidine gebruiken. Spoelen met lauwe kamillethee kan ook heel goed. De wonden genezen en nog eventueel bestaande pijn zal verdwijnen. U zult dan langzaam aan uw overkappingsprothese wennen. Dat vraagt tijd. De een zal sneller wennen dan de ander. Heeft u er erg veel moeite mee? Vraag uw tandarts dan om advies.

Eten
Eten met uw nieuwe overkappingsprothese is wat onwennig. Zeker in het begin zult u voorzichtig aan moeten doen. U ervaart zelf het beste wat wel en niet kan. Probeer langzaam hardere dingen te gaan eten. Stukken afbijten kunt u met een kunstgebit beter niet doen. Snijd uw voedsel daarom in stukjes en kauw rustig en gelijkmatig met de kunstkiezen. Neem daarbij aan beide zijden een stukje voedsel in de mond. Neem er meer tijd voor dan dat u gewend bent.

Praten
In het begin praat u nog wat onwennig. Het is alsof u met een volle mond praat. Bepaalde klanken klinken anders dan u gewend was. Dit is normaal. Meestal gaat het na enkele dagen een stuk beter. Oefen extra met die woorden of letters die nog niet helemaal naar uw zin klinken. Lees bijvoorbeeld de krant hardop.

Wennen aan het kunstgebit

Pas na de eerste dag mag het kunstgebit uit uw mond. Afhankelijk van wat u heeft afgesproken, doet uw tandarts dat of doet u dat zelf. Wees voorzichtig voor de wonden als u het zelf mag doen. Spoel het kunstgebit af en borstel het schoon. Om uw mond te reinigen, kunt u het voorzichtig spoelen met lauw water. Daar kunt u eventueel een beetje zout in doen. U kunt daarvoor ook een bij de drogist verkrijgbaar mondspoelmiddel met chloorhexidine gebruiken, bijvoorbeeld Perio-Aid of Corsodyl. Spoelen met lauwe kamillethee kan ook heel goed. Na een paar dagen beginnen de wonden te genezen en zal de pijn verdwijnen. U zult dan langzaam aan uw kunstgebit wennen. Dat vraagt tijd. De een zal sneller wennen dan de ander. Heeft u er erg veel moeite mee? Vraag uw tandarts dan om advies.

Eten
Eten met uw nieuwe kunstgebit is wat onwennig. Zeker in het begin zult u voorzichtig aan doen. U ervaart zelf het beste wat wel en niet kan. Neem de eerste dagen zacht voedsel, zoals puree, gehakt en zacht fruit. Probeer enkele dagen daarna een stukje vis en een aardappel. Weer later kunt u voedsel eten zoals vlees of een appel. Stukken afbijten kunt u met een kunstgebit beter niet doen. Snijd uw voedsel daarom in stukjes en kauw rustig en gelijkmatig met uw nieuwe kunstkiezen. Neem daarbij aan beide zijden een stukje voedsel in de mond. Neem er iets meer tijd voor dan dat u gewend was.

Praten
Met uw nieuwe kunstgebit praat u in het begin wat onwennig. U slist bijvoorbeeld. Of bepaalde klanken klinken anders dan u gewend was. Het is alsof u met een volle mond praat. Dit is normaal. Uw mond moet nog wennen aan uw nieuwe kunstgebit. Meestal gaat het na enkele dagen een stuk beter. Oefen extra met die woorden of letters die nog niet helemaal naar uw zin klinken. Lees bijvoorbeeld de krant hardop.

Verzorging van het gebit bij mensen met een verstandelijke beperking

Iedereen is gebaat bij een gezonde mond. Met een gezonde mond kun je goed eten en drinken. Ook ziet een frisse mond er mooi uit. Mensen met een verstandelijke beperking hebben meer kans op problemen in de mond. De motoriek is vaak zwak of helemaal beperkt. In de mond uit dat zich bijvoorbeeld in slappe lip-, tong- en wangspieren. Maar ook een afwijkende tandstand, spierspanningen, gebitsbeschadiging door vallen of stoten (epilepsie) of voeding kunnen moeilijkheden in de mond geven. Met een goede mondverzorging houdt u de tanden en het tandvlees van uw kind of cliënt gezond. Bij verschillende leeftijden horen andere mondproblemen. Of u nu bij een kind of bij een volwassene met een verstandelijke beperking het gebit poetst, u zult in meer of mindere mate tegen dilemma’s aanlopen. Hier leest u de meest voorkomen- de problemen en geeft oplossingen voor een goede mondverzorging.

Tandplak en gaatjes
Tandplak is een wit-gelig laagje dat je moeilijk kunt zien. Het ontstaat op én tussen de tanden en kiezen en op de overgang naar het tandvlees. In tandplak zitten bacteriën. Die bacteriën zetten koolhydraten, zoals suiker en zetmeel uit voeding en dranken, in de mond om in zuren. Die zuren veroorzaken gaatjes (cariës) in het gebit.

Tandplak en ontstoken tandvlees
Gezond tandvlees is roze, ligt strak om de tanden en kiezen heen en bloedt niet als de tanden gepoetst worden. Rood, gezwollen of bloedend tandvlees duidt meestal op ontstoken tandvlees. Als u de tandplak op en tussen de tanden niet goed verwijdert, zorgen de bacteriën in de tandplak ervoor dat het tandvlees ontstoken raakt. Niet verwijderde tandplak kan hard worden en verkalken tot tandsteen. Aan tandsteen hecht zich makkelijk weer nieuwe tandplak. Zo raakt het tandvlees steeds meer ontstoken. De ontsteking kan zelfs het daaronder gelegen kaakbot aantasten. Ernstige tandvleesproblemen kunnen leiden tot het verlies van tanden en kiezen.
   
Gaatjes en tandvleesontstekingen zijn infectieziekten met zowel gevolgen voor de mondgezondheid als de algemene gezondheid.

Hoe haalt u de tandplak weg?
Tandenpoetsen is de basis van een goede mondhygiëne. Het is een secuur werkje en zeker niet eenvoudig. Voor uw kind of cliënt zelf is tandenpoetsen waarschijnlijk te moeilijk. Daarvoor is uw hulp nodig. Maar veel kinderen of cliënten wenden nogal eens hun hoofd af of duwen de borstel weg met hun tong. Ze bijten bijvoorbeeld op de borstel, kokhalzen, hebben strakke wangen, lippen en tong, klemmen de kaken op elkaar, hebben ernstig bloedend tandvlees en pijnreacties of bieden op een andere manier verzet. Een goede houding en de juiste hulpmiddelen maken het tandenpoetsen bij uw kind of cliënt makkelijker. Poets de tanden tweemaal per dag zorgvuldig en niet te krachtig. Gebruik hiervoor de poetsinstructie. Een goede poetsbeurt duurt twee minuten. Dus neem de tijd! Kies zelf een moment op de dag dat u aandacht aan mondverzorging bij uw kind of cliënt kunt besteden, bij voorkeur ’s ochtends na het ontbijt en ‘s avonds voor het slapen.

Het Ivoren Kruis adviseert tweemaal per dag de tanden twee minuten te poetsen, maar realiseert zich dat dit in niet alle situaties haalbaar is. Eén keer per dag de tanden zorgvuldig poetsen is beter dan twee keer per dag ‘half. Vraag andere tips en adviezen om de tanden van uw kind of cliënt te poetsen aan uw tandarts of mondhygiënist.

Kies een goede tandenborstel
Kies voor een elektrische tandenborstel met een kleine borstelkop. Elektrische tandenborstels verwijderen bij een juist gebruik meer tandplak dan handtandenborstels. Aan poetsen met een elektrische tandenborstel moet uw kind of cliënt beslist wennen. Neem daar twee weken de tijd voor. Lukt het ook na die periode niet om elektrisch te poetsen? Kies dan voor een handtandenborstel met zachte haren en een kleine borstelkop. Ook kunnen de tanden van volwassenen met een kinderborstel worden gepoetst, als daarmee weerstand bij uw volwassen kindof cliënt wordt verminderd. Voor alle borstels geldt: vervang de tandenborstel elke drie maanden of als de haarbosjes uit elkaar gaan staan.

Gebruik fluoridetandpasta
Fluoride maakt tandglazuur sterker en minder goed oplosbaar in zuur. Gebruik daarom een tandpasta met fluoride. U kunt met fluoridetandpasta poetsen ook als uw kind of cliënt na het poetsen niet kan spoelen. Het inslikken van een klein beetje tandpasta is niet erg. Soms kan het nuttig zijn zonder tandpasta te poetsen. Smeer dan na de poetsbeurt met uw vinger wat fluoridetandpasta op de tanden. Zo brengt u toch fluoride op de tanden aan.

Het fluoride-basisadvies luidt:

  • 0 en 1 jaar, vanaf het doorbreken van de eerste tandjes: éénmaal per dag poetsen met fluoridepeutertandpasta 
  • 2, 3 en 4 jaar: tweemaal per dag poetsen met fluoridepeutertandpasta 
  • 5 jaar en ouder: tweemaal per dag poetsen met fluoridetandpasta 
  • Voor alle leeftijden: alle andere vormen van fluoridegebruik in overleg met tandarts of mondhygiënist

Mogelijk zal uw tandarts of mondhygiënist het gebruik van extra fluoride voor uw kind of cliënt adviseren.

Gebruik een tandenstoker of rager tussen de tanden
Met een tandenborstel alleen kunt u de ruimten tussen de tanden en kiezen niet goed schoonmaken. Dat geldt zowel voor een handtandenborstel als een elektrische tandenborstel. Gebruik daarom voor de tussenruimten een tandenstoker of een rager. Een goede tandenstoker is van hout, driehoekig van vorm met een platte kant en loopt toe in een punt. Ze kunnen verschillen van dikte. Bij grotere tussenruimten kunt u dikkere stokers gebruiken. Bij smallere tussenruimten kiest u een dunnere variant. Ook ragers zijn er in allerlei vormen en maten. Gebruik een tandenstoker of rager zo mogelijk eenmaal per dag. Kies zelf een geschikt moment, bijvoorbeeld in de middag als het iets rustiger is. Vraag uw tandarts of mondhygiënist welke tandenstoker of rager u het beste bij uw kind of cliënt kunt gebruiken en vraag om een instructie. Zie ook de instructie in deze brochure.

En als poetsen niet lukt?
Soms is het niet mogelijk een tandenborstel te gebruiken. Een gaasje of een vingertandenborstel met fluoridetandpasta kunnen praktische vervangers zijn. Als ook deze vorm van tandenpoetsen niet mogelijk is, kan een spoelmiddel of mondspray op basis van chloorhexidine uitkomst bieden. Deze stof vermindert de werking van schadelijke bacteriën in de tandplak. Overleg voor het gebruik altijd eerst met uw tandarts of mondhygiënist en vraag om een instructie. De tanden kunnen namelijk verkleuren door het gebruik van een middel met chloorhexidine.

Naar de tandarts of mondhygiënist
Ga met uw kind of cliënt minimaal tweemaal per jaar naar de tandarts of mondhygiënist. Het gebit wordt dan goed gecontroleerd en u krijgt begeleiding de mond gezond te houden. Ingrijpende behandelingen kunnen zo worden voorkomen. Is er sprake van pijn? Stel een bezoek niet langer uit en maak een afspraak. De tandarts of mondhygiënist kan ook aangeven dat hij de frequentie van het bezoek voor uw kind of cliënt wil verhogen. Niet alle tandartsen zijn ervaren in het behandelen van mensen met een beperking. Zij zullen bijvoorbeeld naar een collega verwijzen of naar een Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde. Via de Vereniging tot Bevordering der Tandheelkundige Gezondheidszorg voor Gehandicapten (VBTGG) en het Centraal Overleg Bijzondere Tandheelkunde (Cobijt) kunt u in contact komen met een dergelijk centrum. U heeft van uw huistandarts een verwijsbrief nodig


« Terug naar het overzicht